Begin volgend jaar komen de laatste Broeckgouw-woningen in de verkoop. Ook in project Waterrijk in Oosthuizen zijn nog enkele huizen beschikbaar. Helaas liggen die woningen voor de meeste jongeren buiten bereik: kopen lukt alleen als je behoorlijk wat spaargeld én een vaste baan hebt. Tot die tijd moet je noodgedwongen bij je ouders blijven wonen. Zo gaat dat nou eenmaal. Of kan het ook anders?
De werkgroep Jongerenhuisvesting van GroenLinks onderzoekt of daar wat aan te doen is. Ideeën genoeg:
Meer betaalbare huurwoningen bouwen
In de gemeenteraad pleit GroenLinks al jaren voor een groter aandeel betaalbare huurwoningen in de nieuwbouw, tot nog toe helaas vergeefs. Volgens de gemeentelijke Woonvisie moet dat aandeel groter worden. Maar het moet nog wel echt gebeuren. En dan nog: de goedkoopste sociale huurwoning doet minstens zo’n € 600 huur per maand. Dat is nog steeds (te) veel, in ieder geval voor studenten. Ook lang niet iedere werkende jongere kan zich dat veroorloven.
Goedkopere jongereneenheden realiseren (nieuwbouw én verbouw)
Niet elke jongere wil per se meteen een volledige ‘rijtjeswoning’ met drie slaapkamers en een vliering. De eerste paar jaar valt goed te leven in een kleinere wooneenheid. In de oude kommen staan wel eens aardige kleinere woningen, maar dat zijn koopwoningen die al gauw tegen de twee ton of meer kosten. Huren kun je in de oude kommen ook al niet of nauwelijks. Daarom vragen wij ons af: waarom kunnen er in de (sociale) nieuwbouw – naast rijtjeswoningen en drie-/vierkamerflats – ook niet wat kleinere wooneenheden gebouwd worden? Zijn er bijvoorbeeld ook een- of tweekamerwooneenheden te bouwen met gedeelde voorzieningen, zodat de huur een stuk lager kan? Daar is toch een markt voor?
Gezinswoningen verhuren aan twee of drie alleenstaande jongeren
In de oudere woningvoorraad (gebouwd tussen 1960 en 1980) komen veel sociale huurwoningen vrij doordat de (oudere) bewoners overlijden of naar een verzorgingshuis of aanleunwoning verhuizen. Zulke woningen zijn met een paar simpele ingrepen geschikt te maken voor bewoning door twee of drie alleenstaanden. Zij hebben dan ieder een eigen (slaap)kamer en delen de woonkamer, keuken en badkamer. Met zijn drieën samen kunnen jongeren de huur van zo’n woning wél opbrengen. Natuurlijk blijf je niet je hele leven in zo’n eenheid wonen, maar voor de eerste vijf á tien jaar van je ‘wooncarrière’ kan dit een prima oplossing zijn. Beter dan tot je (vijfen)dertigste bij je ouders blijven wonen, toch?
Particuliere verhuur van kamers, tijdelijk leegstaande woningen, woonruimte boven winkels en/of van restruimte in bedrijfsruimten
Kamerverhuur door particulieren biedt mogelijkheden. Ook de (tijdelijke) verhuur aan jongeren van leegstaande woningen of gebouwen of van (ruimte in) commerciële panden kan welkome oplossingen bieden. Met wat extra inkomsten voor de verhuurder als ‘bonus’. Op kleine schaal gebeurt dit al, maar er is meer mogelijk, zo nodig met subsidie als stimulans.
Er zijn vast nog meer oplossingen denkbaar. Maar de vraag is steeds: Is het haalbaar? Zou het werken? Hoe krijgen we het voor elkaar? Wie moeten we hiervoor overtuigen en mobiliseren? Met die dingen houden we ons bezig in de Werkgroep Jongerenhuisvesting. We zijn met zijn vieren, en kunnen wat versterking goed gebruiken. Ben jij in deze zaken geïnteresseerd, heb je er een mening over en wil je je ervoor inzetten, meld je dan aan om met ons mee te doen.
Namens de Werkgroep Jongerenhuisvesting,
Sean Tol, seantol@ziggo.nl