GroenLinks stelde in juni een aantal schriftelijke vragen over het bomenbeleid van de gemeente en de visie op duurzaamheid. We publiceren hier de vragen, samen met de antwoorden van de gemeente.
De gemeente heeft bekend gemaakt dat de bomen (paardenkastanjes) aan de Noordervesting in Edam allemaal gekapt gaan worden, omdat ze aangetast zijn door bloedingsziekte (kastanjeziekte) en een gevaar vormen. Ook elders in de gemeente staan paardenkastanjes die dit voorjaar niet goed in blad gekomen zijn (o.a. Oosterkade en diakonietuin Voorhaven).
Vraag: Vergoedt de gemeente schade aan particuliere huizen of eigendommen door omvallende bomen of uitwaaiende takken vanaf gemeentegrond?
Antwoord: In principe wordt er alleen schade vergoed als de gemeente de bomen niet goed heeft beheerd. Jaarlijks worden de bomen door externe deskundigen geïnspecteerd, mogelijke (gevaar opleverende) problemen worden dan gesignaleerd, waarna ingegrepen kan worden. Als bomen goed worden beheerd en niet gevaarlijk zijn gebleken, maar door afbreken van een tak of omwaaien ontstaat toch schade, dan wordt die schade niet vergoed.
Vraag: Zijn de bomen aan de Noordervesting allemaal getroffen door de kastanjeziekte?
Antwoord: Afgezien van enkele jonge exemplaren die de laatste paar jaar zijn aangeplant, hebben alle kastanjebomen aan de Noordervesting de kastanjebloedingsziekte.
Vraag: Is het besluit om aan de Noordervesting over te gaan tot kap genomen na een boomdeskundig onderzoek?
Antwoord: Er is nog geen besluit genomen tot kap van alle bomen aan de Noordervesting. Slechts 4 bomen worden snel gekapt omdat het risico dat deze bomen voor schade zorgen aan dichtbij staande woningen te groot wordt ingeschat. Dat risico is overigens niet door de kastanjebloedingsziekte aanwezig maar door zogenaamde plakoksels, waardoor bij een stevige wind grote takken kunnen afbreken. In maart 2007 is er reeds door een deskundige onderzoek gedaan aan de bomen aan de Noordervesting, de kastanjebloedingsziekte speelde toen nog niet, het betrof uitsluitend de ‘plakoksels’. Advies was toen een geleidelijke vervanging op basis van regelmatige controles.
Vraag: Hoe staat het met de vitaliteit van paardenkastanjes op andere plaatsen in de gemeente?
Antwoord: Op steeds meer plaatsen in de gemeente vertonen kastanjebomen tekenen van de kastanjebloedingsziekte.
Vraag:
Wat zijn de criteria die de gemeente hanteert voor het kappen van bomen op gemeentegrond als er geen kapvergunning vereist is?
Antwoord: De criteria die gehanteerd worden bij kapplannen en verzoeken zijn in het kort:
·
Waarom dient de boom gekapt te worden? (klachten, boom is ziek/dood, reconstructie, gevaar/veiligheid)
·
Is het een boom in de hoofdstructuur (langs doorgaande wegen, onderdeel groengordel enz.) of op een achterafje in een woonwijk? De eerste boom wordt belangrijker geacht dan de tweede.
·
In principe altijd herplant. Ingeval van kap wegens klachten, herplanten op een manier waardoor niet opnieuw dezelfde klachten ontstaan.
Bij het behandelen van klachten/verzoeken wordt getracht een goede afweging te maken tussen de ernst van de klacht en het belang van boombehoud, veelal wordt meerdere keren ter plaatse gekeken naar de zonnestand en de mate van overlast die een boom veroorzaakt voordat verzoekers een instemmend of afwijzend antwoord krijgen.
Bij de ingekomen stukken op 6 mei zat een brief van de Stichting Duurzame Samenleving met een vraag om te reageren op hun duurzaamheidsindicator.
Vraag: Is hier op gereageerd van gemeentewege?
Antwoord: Nee. De stichting heeft de brief gericht aan de griffie van de gemeenteraad. Kennelijk is er geen brede behoefte in de raad gevoeld om te reageren. Overigens is de Gemeentelijke Duurzaamheids Index (GDI) één van de beschikbare duurzaamheidsmeters. Edam-Volendam scoort hier met plaats 263 een gemiddelde positie (score 5,1 t.o.v. het gemiddelde van 5,0 op basis van 16 indicatoren). Min of meer gelijktijdig is ook de Nationale Monitor Gemeentelijke Duurzaamheid gepresenteerd (brief van staatssecretaris Mansveld van 29 april 2014), waarin de gemeente plaats 176 inneemt (op basis van 90 indicatoren). De score blijkt vooral te worden bepaald door de grootte van de gemeente, het type stad en de geografische ligging.
Suggesties van de zijde van fractie GroenLinks:
o
De presentatie van de duurzaamheidsindicator kan verbeterd worden door de gegevens weer te geven in figuren (bijvoorbeeld een radardiagram) in plaats van tabellen.
o
De indicatoren kunnen gegroepeerd en geaggregeerd worden om de overzichtelijkheid te bevorderen.
o
Voor de indicator “bodemkwaliteit” geeft het Compendium voor de leefomgeving informatie over het aantal spoedlocaties per gemeente.
o
Wij stellen voor dat een indicator wordt opgenomen voor “Hoeveelheid en kwaliteit van openbaar groen”
Op onze eerdere vragen over de duurzaamheidsmarkt die op 14 juni a.s. georganiseerd wordt door de Stichting Duurzaam Waterland werd geantwoord dat de gemeente afziet van een eigen initiatief, vergelijkbaar met de eerder succesvol georganiseerde Energiemarkt, maar dat “andere middelen” gekozen worden om bewustwording ten aanzien van duurzaamheid en energiegebruik te bevorderen.
Vraag: Waaruit bestaan die middelen?
Antwoord: Het antwoord was dat de gemeente oog heeft voor dit soort activiteiten en bekeken zal worden of een eigen gemeentelijke energiemarkt/duurzaamheidsmarkt nog wel toegevoegde waarde heeft ten opzichte van dit initiatief. Na de milieumarkt van de stichting zal worden beoordeeld of er nog behoefte is aan de organisatie van een gemeentelijke milieumarkt.
Vraag: Welke initiatieven gaat de gemeente ontplooien om bewustwording ten aanzien van duurzaamheid en energiegebruik te bevorderen?
Antwoord: De milieumarkt is nog niet gehouden. Er is nog geen plan gemaakt voor verdere activiteiten.