Het lijkt bijna onmogelijk, maar misschien is een enkeling het toch ontgaan. Voor de zekerheid vertel ik het nog maar een keer: sinds 23 maart jongstleden heeft onze gemeente een spiksplinternieuw college en een bijbehorend coalitie-akkoord met de beeldende titel ‘Werk aan de winkel’. Dit keer is niet gekozen voor de geliefde nautische terminologie van VD80, voorheen de grootste partij, zoals ‘Alle Hens aan Dek’ en ‘Koersvast in de Storm’. Nee, nu waait een frisse nieuwe wind in de zeilen en hebben we een nieuwe roerganger (sorry, blijk nog een beetje geïndoctrineerd..). Gezien zijn afkomst, waar hijzelf de overige raadsleden geregeld met enige trots aan herinnert, is deze prozaïsche titel helemaal niet zo verwonderlijk. Als rechtgeaarde zoon van een kleine en hardwerkende kruidenier denk en spreek je in dit soort woorden. Jongens: kom op met zijn allen, er is werk aan de winkel en we zetten de schouders eronder.

Ik verlies mezelf snel in beelden en ik zie hem zo al staan, fier rechtop in zijn grijze stoffen jas achter een glimmend geboende toonbank. Naast hem, aan weerszijden en enigszins tegen hem aan gedrongen staan twee winkeljuffrouwen. De een lijkt me een beetje van het Florence Nightingale type te zijn: zorgzaam doch vastberaden en doelbewust. De andere dame is wat moeilijker te duiden. Ze oogt wat afstandelijk en blasé. Wil ze eigenlijk wel achter die toonbank in die winkel als tweede bediende doen wat de baas haar opdraagt?

Iets verderop in de zaak staat, half verscholen als het ware tussen de schuifdeuren, de nieuw aangenomen, veelbelovende maar onervaren jongste employé. Hij is slim, leergierig en vriendelijk, maar de afstand naar het hoogst bereikbare, het bedienen van de kassa en het zelfstandig te woord staan van de clientèle is nog zo groot.

Terug naar de realiteit, hoewel die niet zo gek veel verschilt van mijn geestesoog. In het werkelijke leven hebben we te maken met winkelpersoneel dat, op zijn zachtst gezegd, nog erg aan elkaar moet wennen wat betreft de verdeling van rollen, werkzaamheden, bevoegdheden en misschien nog wel het belangrijkste: status en hiërarchie. Wie is feitelijk de baas van deze toko, is dat lijsttrekker Loek Kras, de grote winnaar van de verkiezingen? Of is dat dan, niet op papier maar wel voor het echie, de eerder weggestuurde maar teruggekomen wethouder Kes? Zij, die in de media met stelligheid beweerde haar verantwoordelijkheid niet te willen ontlopen en zich niet in de oppositie wilde terugtrekken om vier jaar lang te gaan lopen schoppen, net zoals Loek met Lijst Kras altijd heeft gedaan. Oeps, deze uitspraak in de NIVO van 26 maart, een week na de eclatante overwinning van haar nieuwe baas Kras, legt de onderliggende verhoudingen toch wel heel snel en pijnlijk bloot.

Dat wordt inderdaad werk aan de winkel, een zware dobber. En dan hebben we het nog niet eens gehad over al die lastige klanten, zoals een eigenwijze oppositie of mondige en vragende burgers. Maar dat komt dan wel een volgende keer, laat ze eerst maar eens hun handen laten wapperen.

Gudy van den Hogen