Volgens een kop op de voorpagina van Dagblad Waterland NHD van vrijdag 5 juli zijn de dames in Edam-Volendam de baas. Deze bewering wordt verderop uitgewerkt in een artikel over het gehalveerde college in onze gemeente waarin nog slechts twee vrouwelijke wethouders zetelen. In dit stukje worden de dames Kroon-Sombroek en Kes neergezet als twee potige, van wanten wetende meiden die tot de eerstvolgende verkiezingen van maart 2014 de klus wel eventjes gaan klaren.

Deze dames trekken de kar helemaal alleen en onze Burgemeester Willem met de Waterpomptang gaat een beetje meehelpen met duwen. Hij is bereid gevonden om de vrouwen te helpen met het beheren van de zware portefeuille Financiën en verder met al het overig achterstallig onderhoud. Deze overgebleven wethouders gaan de komende acht maanden het werk van vier wethouders gewoon met zijn tweetjes doen. Het is een flinke klus voor het gekrompen college maar ze zetten de schouders eronder, aldus hun verklaring. Best wel bewonderenswaardig eigenlijk en ook feministisch stoer, die twee vrouwen die zo onverschrokken hun mannetje staan. In ons dorp bestaat trouwens van oudsher al een zogenaamde matriarchale samenleving, meer simpel gezegd: de vrouwen hebben hier de broek aan. Vroeger, toen de mannen nog stoere visserslieden waren die de hele week op zee vertoefden, moesten onze bessies en ootjes er met hun grote gezinnen het beste van zien te maken. Zij zorgden er voor dat hun huis en stoepje schoon was, de garnalen gepeld en dat de kinderschare zo goed en godvruchtig mogelijk werd grootgebracht. In later jaren, de visserij was nagenoeg verdwenen en de meeste mannen bleven aan wal en verdienden de kost in de bouw, veranderde er eigenlijk niet gek veel in de machtsverhoudingen. De vrouw bepaalde de inrichting van de woning, het moment voor een verbouwing of uilendak, de vakantiebestemming en zelfs ’s mans kleding werd met een scherpe en kritische blik uitgezocht. Ook vandaag de dag is de vrouw nog steeds het trotse boegbeeld van huis en have, moeders wil is wet. Vroeger vertrouwde mijn moeder me op samenzweerderige toon toe dat mannen wel alles moeten eten maar niet alles hoeven te weten. En zelfs toen al, als jonggehuwde van 20 jaar, voelde ik haarfijn aan wat ze bedoelde. Dus ik snap het wel, het is allemaal door onze cultuur en geschiedenis te verklaren dat we voorlopig bestuurd gaan worden door twee dames die niet zo moeilijk doen over een dossiertje of portefeuille meer of minder. Niet lullen, maar poetsen (of pellen) luidt het credo van Volendammer vrouwen en van een beetje hard werken is nog nooit iemand dood gegaan. Maar als ik de cultuurhistorische beschouwingen achterwege, en alle gekheid op een stokje laat, vallen mij twee zaken op die ik met jullie lezers wil delen. Allereerst: ben ik de enige die de kriebels krijgt van het feit dat VD80 eerst doodgemoedereerd een coalitie laat klappen en vervolgens zich opwerpt als redder in nood  om de gemeente bestuurbaar te houden? En ten tweede: ben ik de enige in dit dorp die zwaar geïrriteerd is geraakt door de aanmatigende toon van deze lokale partij die in de NIVO roept ‘verbijsterd’ te zijn dat de grootste oppositiepartij VVD niet op haar avances is ingegaan. Vind je het gek: ik zou me als man wel twee keer bedenken voor ik met zo’n haaibaai in zee zou gaan.

Gudy van den Hogen