Volendam heeft alles al maar mist eigenlijk nog een echt centrum. Besloten is dat het gebied rond het Europaplein deze functie moet gaan vervullen. Het wordt een plein met bomen en bankjes en de zaterdagmarkt komt er ook. Probleem is ook dat bussen, auto’s, taxi’s, fietsers en voetgangers elkaar daar nog vaak in de weg zitten. Dit gebied moet dan ook autoluw worden. Er komen hier nog twaalf parkeerplaatsen voor auto’s en de rest kan parkeren achter de AMVO of in de parkeergarage onder het Havenhof. Toeristenbussen moeten naar de Parallelweg.

 

Voor de auto is goed gezorgd, maar waar komt nou de grote overdekte fietsenstalling? Heeft de wethouder hier wel aan gedacht? Als je de dorpskern autoluw wilt maken, moet je niet alleen de auto’s weren, maar  ook de mensen verleiden om eerder de fiets te pakken dan de auto. Je maakt dan meteen een drieslag:

1.

Minder auto’s op de weg, minder overlast.

2.

Je hoeft minder parkeerplaatsen aan te leggen.

3.

Beweging is goed voor de mens.

De gemeente moet er daarom voor zorgen dat de fietsvoorzieningen optimaal zijn. Te denken valt aan meer vrijliggende en veilige fietspaden en routes binnendoor waardoor de fiets sneller  is dan de auto. Voor dit gebied zou je bijvoorbeeld een fietsbruggetje kunnen maken in het verlengde van de Conijnstraat over de Calkoengracht. Ook een goede overdekte fietsenstalling is noodzakelijk. Wie op een drukke zaterdag bij het Havenhof een boodschap wil doen struikelt over de fietsen. Passagiers die uit de streekbus stappen lopen ook vaak tegen de fietsen aan. Veel te veel  fietsen op te weinig vierkante meters.

De wethouder van verkeer heeft duidelijk de fiets nog niet tussen de benen zitten. Voor de automobilist is goed gezorgd, nu de fietser nog. GroenLinks zal het voorstel voor een overdekte fietsenstalling indienen als de wethouder niet met concrete plannen komt.

John Kluessien