In de lokale politieke discussie over klimaatbeleid wordt dit telkens over het hoofd gezien. De discussie komt meestal niet veel verder dan alles wat we onwenselijk vinden aan duurzame energie. Het is telkens: het is belangrijk, maar niet hier en niet nu. Dat moet anders.

De discussie moet gaan over onze toekomst en die is alleen te redden met duurzame energie. We redden het bijvoorbeeld niet om onze uitstoot genoeg terug te brengen zonder windmolens op land.[2] En als we te veel uitstoten, dan stijgt de zeespiegel drie tot acht meter en zullen we in West-Europa orkanen en woestijn zien.[3] Klimaatverandering klinkt voor velen als een probleem van later, als iets dat nu vooral veel geld kost. Niet voor mijn generatie. Wij weten dat wij moeten gaan leven met de levensechte, verwoestende gevolgen van klimaatverandering.

Deze maand worden de Regionale Energiestrategieën besproken in de gemeenteraden van het land, ook in de onze. Die discussie ontspoort al snel naar: doe hier maar minder van die windmolens en zonnepanelen. Hoewel er reële nadelen zitten aan alle duurzame energiebronnen, zijn de nadelen van fossiele brandstoffen veel groter.[4] Naast dat we straks met het water aan onze lippen staan door de zeespiegelstijging, raken de fossiele brandstoffen op en veroorzaken ze grote rampen rondom winningsgebieden. Denk aan de tientallen aardbevingen per jaar in Groningen en de olielekken die de gezondheid van de Nigeriaanse bevolking ernstig in gevaar brengen.[5, 6]

Het is onze toekomst tegenover uitzicht en overlast. Dat betekent niet dat die laatste twee dingen onbelangrijk zijn, maar wel dat in dit debat gekeken moet worden naar wat echt op het spel staat: onze levens. We hebben duurzame energie nodig om te overleven. Met de bezwaren moet zoveel mogelijk rekening worden gehouden, maar daarbij moet telkens op de voorgrond staan dat dit alles draait om een leefbare wereld.

Uit een opinieonderzoek bleek dat wind- en zonne-energie veel populairder zijn dan verwacht. Respectievelijk 84 en 79 procent van de mensen zien zonne- en windenergie als dé energiebronnen voor Nederland. Dit geldt ook voor mensen die rechts stemmen.[7]

De geluiden tegen duurzame energie worden echter veel harder geroepen dan de geluiden voor. Mensen kennen het verhaal van mijn toekomst misschien wel, maar het zegt ze niet meer genoeg als de windmolens dichtbij komen. Ik wil niet het uitsterven van miljoenen diersoorten en het zout worden van vijftig procent van alle landbouwgrond meemaken. En jij waarschijnlijk ook niet. Wanneer het in de politiek weer eens gaat over duurzame energie is het belangrijk dat die vele voorstanders van zich laten horen. De anti-windmolenlobby is bijvoorbeeld luid en groot. Dat betekent echter niet dat zij spreken voor de meerderheid.

Aan mijn generatiegenoten die net als ik bang zijn dat het zijden draadje waar onze toekomst aan hangt op knappen staat: jongeren, sta op en laat van je horen. Dit is onze toekomst die wordt weggegooid. Wij kunnen ervoor zorgen dat het gesprek over duurzame energie tenminste gevoerd kan worden. Het gokken met onze toekomst is niet oké. Laat van je horen. Teken petities, ga met de mensen om je heen in gesprek, kom naar demonstraties, maak je standpunt duidelijk op sociale media, neem contact op met politici en stem. Help met het redden van je eigen toekomst.

Quinty van der Zee
GroenLinks Edam-Volendam

Bronnen

  1. KNMI, 2014.
  2. Directeur-Generaal Klimaat & Energie, 2021 in De Volkskrant.
  3. Milieudefensie, 2019.
  4. Energievergelijker.
  5. KNMI, 2020.
  6. VN Milieuprogramma, 2011.
  7. Motivaction, Wind op Zee. 2017.

Foto: Mika Baumeister