LET OP MIJN WOORDEN, LET NIET OP MIJN GEDRAG.

In de Nivo van twee weken geleden stond een artikel van de Stichting actiegroep Zuidpolder over een hoorzitting in Den Haag inzake de Zuidpolder. Daarin vallen twee punten op.

De schrijver geeft aan dat het CDA, Volendam 80, Recht door Zee en de VVD in deze gemeente zeggen op te komen voor starters in de Zuidpolder en ten tweede vraagt de stichting zich af wanneer men eindelijk ophoudt met inspraak c.q. bezwaar maken. Over de tweede vraag gaat een ander artikel.

Echt kiezen voor starters is niet hetzelfde als bouwen in de Zuidpolder.

Als je kijkt naar de praktijk van deze politieke partijen in de laatste jaren kun je zonder scrupules de titel van dit artikel aanhalen: “Let op mijn woorden, maar niet op mijn gedrag”. Want in de praktijk blijkt dat de echte jongere starters nog steeds niet door deze politieke partijen worden geholpen. Wil je woningzoekende starters niet in de kou laten staan, dan moet je daar nu al prioriteit aan geven en niet wachten tot het in de Zuidpolder eindelijk zover is.

Inbreilocaties

Naast de Zuidpolder moet het bij elke inbreilocatie en bij elk nieuw woningbouwproject om de starters gaan. We zien echter al jaren dat in die gevallen telkens ook weer gekozen wordt voor ouderen, voor mensen die al 20, 30, 40 of 50 jaar wonen. Dat zijn dus geen starters. De huizen die zij verlaten blijken de laatste 12 jaar in de praktijk niet of nauwelijks ten goede te komen aan jongeren. Toch blijft dit beleid in stand. Bovengenoemde politieke partijen kiezen in theorie dus wel voor starters, maar ze zetten hun woorden niet of nauwelijks om in daden.

Echt kiezen voor starters houdt in dat je ook bij kleine aantallen gebouwde of te bouwen woningen het aandeel voor ouderen voorlopig op vrijwel nul zet en pas weer vergroot als de grootste problematiek onder starters is verdwenen. Ook als zou blijken dat er de laatste 2 jaar meer bestaande woningen door starters zijn gekocht.

Huurwoningen en andere maatregelen

GroenLinks pleit al sinds haar oprichting voor wonen voor starters in de vorm van huureenheden/huurflatjes/huurwoningen, en koopwoningen en koopflatjes, ook in alle inbreilocaties en gerenoveerde gebouwen en dergelijke. Daarnaast zijn er alternatieven denkbaar die in andere gemeenten al jaren in praktijk worden gebracht, zoals het geven van subsidies aan reëel minvermogenden, het verstrekken van leningen en het opkopen van leegstaande gebouwen door de gemeente en die omzetten in betaalbare woonruimtes. Dit naast nieuwbouw die starters aan een betaalbare woning helpt door de grondprijs laag te houden.

Het is overigens juist te herhalen in dit kader dat een pas in 2007 uitgebracht onderzoek in deze gemeente aantoont dat starters sinds 1995 wel de mogelijkheid hadden om een van de ongeveer 1500 te koop aangeboden bestaande woningen te kopen. De woningprijs, de Zuidpolderhype en een lokaal bepaald, opgeschroefd woonwensenpakket zijn waarschijnlijk belemmeringen geweest om dat in groten getale te doen. Daarnaast is de prijs van zowel oudere als nieuwe woningen zo hoog dat velen hun wens tot een koopwoning hebben ingeruild voor die van een huurwoning, getuige de honderden aanmeldingen voor 2 projecten van de woningbouwvereniging waarbij slechts tientallen huurflatjes te vergeven waren. Beleid en feitelijk aanbod moet meer op de stijgende vraag om huurhuizen afgestemd worden. En liefst op korte termijn want het is een actuele kwestie.