Sinds een jaar ben ik als een soort Alice in Wonderland op ontdekkingstocht binnen de buitengewone wereld van de politiek. Daarbij kijk ik nieuwsgierig en verbaasd in het rond, tegelijkertijd naïef en op mijn hoede. Op mijn soms verwarde vragen antwoorden mijn partijgenoten, oude rotten uit een bijna geitenwollen tijdperk, dat het op en rondom het rode pluche nu eenmaal zo gaat. In die kringen draaien de deelnemers om elkaar heen, spelen luistervinkje en praten elkaar na.
Op een landelijke campagnedag van Groen Links in Utrecht leerde ik onder andere om te gaan met de zogenoemde ‘rattigheid’ in verkiezingstijd. Oftewel: hoe kan Groen Links, van oudsher de braafste leerling uit de klas, leren om zich listiger en brutaler op te stellen en voorkomen dat de kaas van zijn bordje wordt gegeten? Wanneer die eigenschappen echter niet zijn aangeboren, kan zo’n geforceerde gedragsverandering onnatuurlijk overkomen en dergelijk gedrag ligt ons ook niet zo. Laat ik daarom maar gewoon gebruik maken van mijn onervarenheid en tot nog toe ‘onbedorven’ blik op wat zich allemaal om me afspeelt.
Wat was ik bijvoorbeeld weer verontwaardigd vorige week, toen ik bemerkte dat een lokale partij doodgemoedereerd in de NIVO met andermans veren aan het pronken was. Na jarenlange, eenzame strijd van Groen Links om de dijk auto- en busvrij te krijgen, werd uiteindelijk een ‘klinkende overwinning’ breed uitgemeten door de partij die zich nota bene tot het uiterste heeft verzet tegen dat streven. De verantwoordelijke wethouder van die partij noemt zichzelf en zijn bemanningsleden de initiatiefnemers voor een verkeersvrije dijk. Ammehoela, zo kan ik het ook! Als je het leugentje om bestwil maar vaak genoeg herhaalt en in de NIVO zet, zou je het zelf nog gaan geloven. En wat dacht u van die christelijke democraten die de macht aan het volk wel erg populistisch vertalen in ferm taalgebruik waar ‘Wilde Wilders’ nog een puntje aan kan zuigen. Cameratoezicht, grommende honden en geen greintje tolerantie om onze ontspoorde jeugd van drank en drugs af te houden. Je zou van de schrik bijna naar een afgelegen plek als Urk of Putten op de Veluwe gaan emigreren, maar daarvan heb ik ook al verontrustende verhalen over puistige pubers gelezen. Bovendien heeft het lokale CDA zich heel gemakzuchtig de landelijke verkiezingsleus van Groen Links toegeëigend, ik weet niet of dat nou wel gaat werken.
Gelukkig waren wij zo creatief om voor de verkiezingen zelf een leus en logo te bedenken en blijven we ons zo onderscheiden van de minder originele geesten.
Ik zat zo te prakkiseren over campagne voeren en stemmen winnen en al dat ‘rattige’ gedoe en weet u wat ik denk? Eigenlijk lijken politici in verkiezingstijd wel een beetje op de missionarissen uit vroeger tijden. Ze zijn allen ijverig en bevlogen op zoek naar ontvankelijke geesten die bewerkt en overtuigd dienen te worden van het enige ware geloof en beloven daarbij een gelukzalig bestaan en een leven zonder zorgen, als je ze maar vertrouwt.
Maar gelukkig mag ieder mens anno 2010 geloven in wat hij zelf wil. Of het nou in God in de hemel is, in knuffelen met bomen of lopen over gloeiende kooltjes. En zo mag iedere stemgerechtigde burger ook zijn stem en vertrouwen geven aan de partij waar hij het meest in gelooft. Volgens mij kan een partij, in de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen, zich beter niet zo uitsloven of beloftes doen die niet realiseerbaar zijn of die eigenlijk niet bij de partijkleur horen. De plaatselijke bevolking is intelligent genoeg (!!) om daar door heen te prikken en een eigen, weloverwogen keuze te maken.
Gudy, het Groentje van Groen Links