In de laatste dagen voor Oud en Nieuw bekruipt me altijd een licht unheimlich gevoel. De dagen zijn grijs en de kerstboom is wegens allergie al de dag na Kerst de deur uitgebonjourd. De buik voelt meer dan gevuld en die eerste vakantieweek waarnaar vol voorpret is uitgekeken, is alweer voorbij gevlogen in een roes van familie- en feestgedruis. En dan moet dat nieuwe jaar nog veelbelovend beginnen terwijl je nog niet eens alle goede voornemens voor jezelf op een rijtje hebt gezet. Maar laten we wel zijn: wat heeft het in een vreselijke, angstaanjagende wereld als deze nog voor zin om als onbeduidend individuutje wat voor goeds dan ook van plan te zijn?

Iedere dag lees ik de onheilsartikelen in de krant en laat al het negatieve nieuws uit het Journaal gelaten over me heen komen. Oorlog, geweld, inflatie, milieuvervuiling en verdriet, heel veel verdriet in deze wereld. In een niet aflatende stroom van beelden en berichten komt alle boosheid en ellende op me af en ik luister verward en tegelijkertijd op mijn hoede naar de heftige discussies om me heen.  Ben je vóór of tegen Zwarte Piet, willen we meer of minder Marokkanen, vluchtelingen, belasting, ambtenaren, geld, pensioenjaren? Wat is mijn standpunt over Trump, over die Wilders die van alles roept over wat het volk nu echt wil en over de polarisatie tussen links en rechts? Wanneer ben je als mens nu eigenlijk links, of rechts, gematigd, politiek correct, goed of slecht? Een mens is toch altijd meer dan een lijf met een paar ogen erin en allerlei etiketten opgeplakt: man, vrouw, wit of zwart, autochtoon/allochtoon, rijk of arm, brutaal of verlegen.  Is het nog mogelijk in dat getwitter en getetter van geluiden zich van stemming te onthouden? De moderne sociale mens wordt geacht overal iets van te vinden en zou altijd ad rem op de andersdenkende moeten kunnen reageren. Mijn vader zaliger verzuchtte vroeger vaak: ‘Ik wou dat ik een schaap was, lekker de hele dag rustig in de wei, beetje gras eten en niks aan je hoofd’. Als meisje leek me dit een vreselijk doembeeld, dat was toch geen leven! Ik begin het nu langzamerhand door te krijgen, we gunnen ons de tijd niet meer om te beschouwen of ons te bezinnen.

Ik kan het trouwens ook niet zo goed, dat snelle en op gevatte wijze iemand van repliek dienen. Ik heb tijd nodig om over de kwestie na te denken, de voors en tegens af te wegen en mezelf af te vragen: wat is mijn mening hierover eigenlijk? En dan nog iets: gelet op de somber getinte inleiding van dit stuk zou je het niet zeggen, maar ik ben in wezen een optimistisch mens. Dat zit bij ons in de familie. Mijn broers en zussen, neven en nichten, en voorheen alle ooms en tantes, zien het leven graag van de positieve kant. Wij zijn er zeker van dat na regen altijd weer zonneschijn komt en zijn blij verheugd dat ons glas nog voor de helft vol zit. Ook kunnen wij na een woordenwisseling niet lang boos blijven en kijken graag naar de pluspunten in plaats van te blijven hangen in mitsen en maren en geweeklaag.

En zo kom ik al mijmerend en een beetje van de hak op de tak tot het slot van mijn Nieuwjaarswens. Laten we elkaar altijd recht in de ogen blijven kijken, probeer oprecht naar de ander te luisteren, vul niet voor die ander in en vertrouw op het goede dat in ieder mens zit. Mogen we met zijn allen samen en ieder voor zich veel goeds in de zin hebben.

Willen jullie nog meer nabeschouwen in een gezellige en open sfeer en goede voornemens met elkaar uitwisselen? Kom dan op vrijdagavond 13 januari naar de Nieuwjaarsreceptie van GroenLinks in de PX, inloop vanaf 20.00 uur.  Er zijn drankjes en hapjes, interessante en prikkelende Tedtalks en genoeg mensen van goede wil.

Gudy van den Hogen / GroenLinks Edam-Volendam