Het leek afgelopen donderdag wel een verlate pakjesavond in de raadsvergadering. Menig politiek hart klopte vol verwachting en de gehele populatie van het Zuideinde kwam er eens kijken of er nu wel uitgedeeld zou worden wat op hun verlanglijstje stond. Ik merkte ook een enkele verdwaalde Noordeinzelganger op die blijkbaar nog steeds niet de hoop op betere tijden had opgegeven. Die avond stond er zeker iets te gebeuren, want de langverwachte beleidsnotitie ‘Bereikbaarheid en parkeren toeristisch centrum Volendam’ lag klaar voor de raadsleden ter beoordeling en, met een beetje mazzel, ook ter instemming.
Uit deze notitie kon nog gegrabbeld worden uit twee opties: variant 1 en variant 2 voor een verkeersoplossing voor het Zuideinde (waarbij door alle vertegenwoordigde partijen angstvallig de weg onderlangs het Zuideinde liever niet werd genoemd).
Voor het Noordeinde viel simpelweg niets te kiezen. De bussen zullen nog tot in lengte der tijden de Dijk op mogen rijden, waarbij de verantwoordelijke wethouder als het Orakel van Delphi de diepzinnige woorden ‘de palen bepalen’ uitsprak. Wat zoveel betekent als: we schaffen voor een godsvermogen een wegwijzersysteem aan en palen die in en uit de grond kunnen en zo’n mannetje met een fluorescerend vest aan en laten vervolgens alle bussen én auto’s, die aangeven graag een koppie bij Spaander te willen drinken, doodleuk door. Geen mens die het door heeft en desnoods hogen we de verzakte wandelboulevard nog een keer op met een kuub zand of wat.
Wat volgens de beleidsnotitie ook al een voldongen feit leek, is dat er een ‘afritje’ aangelegd gaat worden bij het strandje van Wullempie. Waarom wordt toch in alle beleidsstukken en artikelen in de NIVO door de voorstanders vrijwel consequent gebruik gemaakt van een verkleinwoord voor een dergelijke groteske misser? Denken ze zo het leed te verzachten, wordt een weg onderlangs het Noordeinde met dergelijk taalgebruik minder groot, wanstaltig of definitief? En van de weeromstuit hoorde ik ook al het tegenovergestelde van ‘afritje’ vallen, namelijk een ‘opritje’ dat enkele creatieve geesten hebben bedacht voor een stuk verbindingsweg tussen de loswal en de Zeestraat. Dan kunnen de auto’s van het Zuideinde en van het parkeerterrein bij Haven Zuid mooi afgevoerd worden. In feite betekent dit gewoon het verplaatsen van de problematiek en een instandhouding van de verkeersoverlast op de Dijk.
Laat ik niet teveel uitweiden over wat er op donderdagavond allemaal is betoogd, verdedigd, voorgesteld, tegengesproken, geschamperd, verdoezeld en gebluft. Bij het verschijnen van dit artikel in de NIVO is er op maandag 14 december al een besluit genomen over de verkeerssituatie op de Dijk. Dan is volgens de beladen woorden van Kees Schilder Kos van VD’80 ‘het zwaard van Damocles al gevallen en zijn we in gezamenlijkheid en na gedegen overleg al tot voortschrijdend inzicht gekomen’. Vindt u het goed als ik in de tussentijd even mijn hart vasthoud?
Gudy het Groentje van Groen Links)