Groenlinks doet een beroep op u om bezwaren kenbaar te maken, zodat het plan afgewend kan worden en een volledig autovrije dijk, weer in beeld komt

Download de bezwaarbief (bij PUBLICATIES) en stuur hem op.

Als u zelf een bezwaarschrift wilt schrijven – wat waarschijnlijk in de verdere procedure meer gewicht in de schaal legt dan het ondertekenen/insturen van een standaardbezwaarschrift –

– kunt u wellicht argumenten vinden in het onderstaande rijtje, of daar inspiratie uit putten om de eigen bezwaren te verwoorden. De bezwaren – “rijp en groen” door elkaar – zijn min of meer in telegramstijl opgeschreven: u kunt ze letterlijk overnemen, maar beter is het om ze in uw eigen woorden uit te drukken. Succes!

Argumenten voor behoud van de karakteristieke waarde van “Willempie”:

· Wéér verdwijnt een stukje “oud Volendam”;

· Karakteristiek aanzicht van monumentale dijk wordt aangetast;

· Vrije uitzicht over IJsselmeer/Gouwzee wordt aangetast;

· Stukje dorpsgezicht van meer dan plaatselijk belang (provincie heeft niet voor niets de hele Gouwzeedijk tot monument verklaard);

· De nog aanwezige typisch oud-volendamse dijkhuisjes vervallen sneller door de trillingen van het busverkeer; niet alleen aan het Noordeinde door de bussen, maar ook aan het Zuideinde door groei van het autoverkeer aan die kant;

Argumenten in relatie tot toerisme:

· Plek/strandje is bij toeristen (én eigen inwoners) zeer gewaardeerd fotoplekje;

· Rechtsongelijkheid: bedrijven/eigenaren Spaander e.o. krijgen eigen autotoegang, worden daarmee bevoordeeld boven andere bedrijven aan Haven (en elders), met gemeenschapsgeld;

· Vanwege de aantasting van “dijkzicht/zeezicht” en strandje, en zwaar verkeer op het Noordeinde, vermindert op langere termijn de toeristische aantrekkelijkheid van Volendam: schade voor (andere) toeristische bedrijven;

· Toerisme is slechts van beperkt economisch belang voor de gemeente, terwijl veel grotere en economisch belangrijkere bedrijfstakken (vishandel/-industrie, (af)bouwbedrijven) niet worden ondersteund;

· Parkeren op parkeerplaats Parallelweg opent mogelijkheden voor:

o Mooie wandel/fietspromenade Noordeinde,

o Meer ruimte voor betere parkeervoorzieningen (plattegronden, WC’s, kiosk, etc.)

o Meer mogelijkheden om stuk kustlijn (Kleipark) te verfraaien in plaats van misbruik van dat mooie stukje als bussenstop/parkeerplaats;

o Mogelijkheden voor toeristische attracties als pendeldienst met bootjes en/of rijtuigen voor slecht ter been zijnde mensen;

· Vanwege tweerichtingbusverkeer op Noordeinde (moet “om en om” vanwege beperkte breedte) zullen toeristen die via Noordeinde tot Kleipark rijden er minstens even lang – zo niet langer – over doen dan toeristen die vanaf parkeerplaats Parallelweg wandelen;

Argumenten in relatie tot verkeer:

· Voor slechts een klein stukje auto(bus)vrij wordt de verkeerssituatie van het hele Noordeinde verslechterd (veiligheid, ruimte, hinder);

· Spaander e.o. wordt verkeerstechnisch “verbeterd” maar het Noordeinde plús de zuidkant van de Haven én het hele Zuideinde krijgen méér autoverkeer te verstouwen;

· Voor wandelaars en fietsers wordt de verkeerssituatie over de hele lengte van de dijk, Zuideinde-Haven-Noordeinde, slechter (m.u.v. het kleine stukje rond Spaander): door bussen in twee richtingen aan noordkant, en meer autoverkeer aan zuidkant, is het voor hen straks krapper en onveiliger;

· Er komt nauwelijks ruimte voor een breder trottoir (voor wandelaars met kinderwagens of wandelaars die naast elkaar willen blijven lopen); er wordt wel een 2 m breed trottoir aan IJsselmeerzijde aangekondigd, maar dan op gelijk niveau met een rijbaan van 4 m voor bussen én fietsers: een zeer onveilige situatie;

· De “ritjesrijders” kunnen straks niet meer over het Noordeinde: op zich misschien een goede zaak, maar a) zullen ze daardoor waarschijnlijk veel meer het “zuidrondje” rijden, en b) nogal zuur als onze eigen inwoners dat ritje niet meer mogen maken maar wel alleen de toeristenbussen;

Argumenten in relatie tot gemeentelijke “ruimtelijke onderbouwing”:

· (t.a.v. 1) De artikel-19-procedure wordt oneigenlijk gebruikt:

o Er wordt niet ingegaan op de relatie met het geldende bestemmingsplan (behalve de constatering dat de afrit daar niet in past);

o Er wordt niet gemotiveerd waarom het project past binnen de toekomstige bestemming van het betreffende gebied, omdat er nog geen eindbeeld bekend is: de afrit is een eerste, onomkeerbare stap naar een nog onbekende bestemming;

· (t.a.v. 2.1) Achtergrond van het project) Toerisme is – in omzet gemeten – zeker niet “een van de belangrijkste economische motoren van de gemeente; bovendien betreft (bevoordeelt) deze afrit maar een heel klein segment van de toeristische sector, namelijk Spaander en enkele omliggende bedrijven;

· (t.a.v. 2.1) Het “gegeven” van de korte beschikbare tijd van bus/dagtoeristen blijft met deze afrit minstens net zo problematisch, omdat voor het beurtelings heen- en terugrijden en afzetten/ophalen minstens zoveel tijd nodig is als voor het afzetten op parkeerterrein Parallelweg en wandelen (400 m) naar de Haven;

· (t.a.v. 2.2 laatste zin) Het beoogde resultaat, “het autoverkeersvrij maken van haven/dijk” wordt met deze afrit niet verwezenlijkt maar komt juist verder weg te liggen: tegenover verbetering op het kleine stukje haven/dijk tussen open havenfront en Noordeinde staat een verslechtering op de hele rest van de haven/dijk: van Zuideinde t/m Zeestraat (door extra autoverkeer vanwege afsluiting noordkant) en van “Willempie” t/m Zeevangszeedijk (door busverkeer in beide richtingen);

· (t.a.v. 2.3) De overlast voor terrasbezoekers wordt door deze afrit nauwelijks verbeterd, althans nauwelijks meer dan door de “kermisvariant” (bussen via noordelijk havendijkje naar Kleipark), aangezien aan het stuk haven/dijk tussen open havenfront en Noordeinde slechts één terras is gelegen (dat van Spaander);

· (t.a.v. 2.4) Of het “vanuit toeristisch oogpunt van belang” is dat “het parkeerterrein achter hotel-restaurant Spaander voor bezoekers en toeristen bereikbaar blijft” is zeer discutabel, vanwege de grote reikwijdte van de nadelen tegenover de beperkte reikwijdte van het voordeel (namelijk hooguit voor Spaander en omliggende bedrijven, en zelfs voor hen nog discutabel, vanwege de achteruitgaande aantrekkelijkheid van het waterfront als geheel);

· (t.a.v. 2.4) In tegenstelling tot wat beweerd wordt, wordt de haven/dijk door deze maatregel niet “volledig auto- en busvrij”;

· (t.a.v. 2.4) Dat de “ritjesrijders” verdwijnen is niet juist: die verdwijnen alleen van het “noordelijke ritje”, het “zuidelijke ritje” (Zuideinde-Zeestraat) blijft open en zal nog zwaarder belast worden door sluiting van het “noordelijke ritje”;

· (t.a.v. 3.3) Er komt een parkeerverwijssysteem en vrij/volsignalering: Wanneer het parkeerterrein achter Spaander vol is worden de bussen niet op de dijk toegelaten. Die moeten dan worden verwezen of op zoek naar alternatieven, die dan kennelijk plotseling wel aanvaardbaar zijn.

· (t.a.v. 3.3) De verkeerssituatie op het Noordeinde, met bussen beurtelings in twee richtingen, auto’s (van bewoners met bewonerspassen) van Noordeindebewoners die laden/lossen en ófwel keren/terugrijden ófwel doorrijden naar het Kleipark en daar keren, én wandelaars en fietsers, wordt onbeheersbaar, onoverzichtelijk en onveilig.

· (t.a.v. 7) Volgens de onderbouwing zijn de maatregelen in de projectbeschrijving naar voren gekomen uit de werkgroep, bestaande uit vertegenwoordiging van Noordeindebewoners en havenondernemers. Dat is niet waar: in het begin van het overleg met/in deze werkgroep is de afrit door de gemeente als een niet-discutabel uitgangspunt ingebracht.