Toen ik las over de hoofddoekjes kwestie op het Don Bosco College had ik net het boek Wereldoorlog in het Dorp dichtgeslagen. In de passage ‘Toch met een ondermuts!’ werd beschreven hoe in Volendam massaal werd geklaagd over het persoonsbewijs dat voorzien werd van een foto, de foto moest namelijk genomen worden zonder hoofddeksel.
Nu wil ik het Don Bosco College allerminst vergelijken met de bezetter van Nederland ten tijde van de Tweede Wereldoorlog, ik heb er zes geweldige jaren les gevolgd. Het gaat meer om de manier waarop de Volendammers reageerden toen hen werd verboden hun hul op een foto te dragen. Als één man, of beter gezegd, als één vrouw vormden zij een front tegen de bezetters. Waarom kunnen de Volendammers nu niet net als 65 jaar geleden een front vormen nu één meisje de toegang wordt geweigerd tot haar school omdat zij een hoofddoekje wil dragen? Zouden de Volendammers niet en masse achter het meisje staan als dit meisje een echte Volendamse was geweest en zij per se in Volendammer klederdracht haar lessen had willen volgen? De hul is traditie en een stuk geschiedenis dat volgens velen bewaard moet blijven, bovendien is het voor de meesten iets vertrouwds. Voor een hoofddoek is het echter niet anders, het is voor de moslims een vorm van traditie en hoeft niet per se iets met een streng geloof in een god te maken te hebben. De Volendammer bevolking die volgzaam toekijkt is tot daar aan toe, maar waar blijven mijn oud-medeleerlingen van het Don Bosco College zelf? Horen zij niet hun medeleerlinge te steunen?
Ik hoop dat de directie van het Don Bosco College terugkomt op haar beslissing en het meisje in kwestie weer lessen laat volgen op de school. Bovendien zal er met 5 december in zicht iets soepeler met de regels om moeten worden gegaan: geen enkele directie wil een sinterklaas die zonder mijter de school bezoekt.
Koen Kluessien
http://edam-volendam.groenlinks.nl