Zo’n tien jaar geleden ben ik door de lokale politiek geroepen. Of liever gezegd, om associaties met nonnen en kloosters te voorkomen: ik werd ‘gegrepen’ door grote zaken en kleine gedoetjes die voorbijkomen in onze gemeenteraad. En gelukkig maar: als raadslid word je wel geacht om enigszins geïnteresseerd te zijn in wat zich daar (en in de wandelgangen en achterkamertjes) zoal afspeelt.
Hoewel ik me in de eerste 47 jaar van mijn leven nooit bijzonder druk maakte om wat door welke partij allemaal werd beweerd, bleek ik in de laatste tien jaar steeds meer geïntrigeerd te raken. Politiek bedrijven is immers voornamelijk mensenwerk, hoe vreemd dat ook mag klinken in de oren van al die bozige en teleurgestelde burgers die beweren dat hun mening of stem niet zou tellen. Die mokkend thuis blijven en hun voorkeursstem voor een bepaalde partij liever verloren laten gaan.
Vaak is het zo dat de gemeenteraadsverkiezingen de gemiddelde burger meer tot de verbeelding spreken. Daar gaat het immers nog om concrete zaken die zich op de eigen voorstoep kunnen afspelen, om voorkeuren of belangen van groepen, individuen of van de buurman die in het geding kunnen komen. Heb je jezelf eenmaal bekommerd om de lokale politiek, zo is mijn ervaring, dan volgt vanzelf de interesse in het landelijke wel en wee van de politieke partijen.
Maar nu genoeg over onze gemeente: voorlopig hebben we hier geen verkiezingen, pas in 2022 weer. Nu gaat het er op 15 maart aanstaande om een nieuwe Tweede Kamer voor ons land te kiezen. Een politiek orgaan dat vergelijkbaar is qua rol, rechten en plichten met de gemeenteraad waarin ook rechtstreeks gekozen volksvertegenwoordigers plaatsnemen.
De laatste weken hoort men steeds meer over strategische stemmers en zwevende kiezers. Kiezers die sinds de ontzuiling vanaf de jaren ’60 geen sterke binding meer hebben met een bepaalde partij. Stemmers die op het moment suprême in een ‘God zegene de greep’- gevoel een rondje rood kleuren en vertwijfeld en gehaast het stembureau verlaten.
Ondergetekende van dit stuk heeft op 15 maart geen last van twijfel of zweverige gevoelens. Met ferme pas spoedt zij zich op stabiele benen naar het dichtstbijzijnde stembureau. Daar eenmaal aangekomen begroet zij opgewekt de bureauleden en met het lijf al jaren in de overgang maar met een geest, meer toerekeningsvatbaar dan ooit, bekent zij kleur. Jesse Klaver, nummer 1 op de lijst en torenhoog favoriet sla ik over en kies voor Kathalijne Buitenweg, een vrouw naar mijn hart op 2. Positief gestemd ga ik voor GroenLinks omdat ik in deze partij geloof. Nee, ik weet het niet 100% zeker. Maar ik geloof en vertrouw erop dat deze partij mijn overtuigingen en mijn ideeën over een beter Nederland en een socialere toekomst kan vertegenwoordigen in de Tweede Kamer. Ik wens u allen eenzelfde prettig gevoel en vertrouwen toe op 15 maart!
Gudy van den Hogen
GroenLinks Edam-Volendam