Twee weken geleden zat ik een paar dagen noodgedwongen thuis en kon ik de deur niet uit. Het was niet de griep die me had geveld, maar ik had net als vele andere vrouwen van mijn leeftijd mijn oogleden laten ‘doen’ en zag er de eerste tijd na de ingreep uit als iemand die flink aan de rol was geweest en daarna door een haatdragend persoon heftig op beide ogen was getimmerd. Aangezien ik een week lang niet mocht bukken, persen of tillen kwam er van mijn plan om de kasten en tuin winterklaar te maken niet veel terecht en werd ik gedwongen tot lanterfanten, beetje lezen en TV-kijken.

 

Zo kwam ik al zappende weg terecht in een praatprogramma op de Love-TV waarbij oldtimer Leo Tholens onze wethouder van Ruimtelijke Ordening vroeg naar de stand van zaken omtrent alle lopende en geplande bouwprojecten. Toen ik ‘Lange Weeren’ hoorde spitste ik mijn oren en probeerde ik mijn gekwetste oogleden iets verder open te sperren. Want over dit toekomstig bouwproject is nu al heel wat discussie gaande: moet de Gemeente nu wel of niet een flinke smak geld (€ 7,4 miljoen om precies te zijn) toe betalen aan de door Provincie en Ministerie opgelegde rijksbufferzone? Moet deze polder, het laatste stukje open landschap aan de rand van onze gemeente nu wel of niet opgeofferd worden aan kostbare huizenbouw? Voor- en tegenstanders van dit plan bereiden zich al voor op een flink robbertje vergaderen tot in de late uurtjes en GroenLinks heeft inmiddels tijdens een bespreekronde en in de NIVO de eerste bedenkingen geuit en kritische kanttekeningen geplaatst.

Ook Leo Tholens probeerde voorzichtig wat tegengas te geven aan de ambitieuze plannen om de Lange Weeren te bebouwen door de wethouder te vragen hoe het dan zat met de landelijke vergrijzing. In onze gemeente is de Baby-Boom zo langzamerhand wel uitgewerkt en wordt de behoefte aan woonwijken voor starters steeds minder. De kinderen uit de grote gezinnen wonen inmiddels allang hoog en breed en zetten hun huizen alweer massaal te koop om een seniorenflatje te betrekken. Bovendien moeten de huizen in de Broeckgouw 2e Fase eerst nog verkocht worden voordat überhaupt besloten wordt tot bouwen, dus waar praten we eigenlijk over?

Allereerst merkte de wethouder op dat ‘er’ een demografisch onderzoek was gedaan en dat de structuurvisie tot 2040 was vastgesteld. Hmm, dat woordje ‘er’ wordt hier wel erg bijwoordelijk bepaald gebruikt; ben eigenlijk heel nieuwsgierig wat de uitkomst is van dat onderzoek en uit welk jaar deze volkstelling stamt. En wat houdt een structuurvisie nu precies in en is die zaligmakend? De hele goegemeente kan bij wijze van spreken in 2021 wel door een of andere natuurramp van de wereldkaart weggevaagd zijn. Verder durfde de wethouder onbewogen te beweren dat het met die vergrijzing in onze gemeente heus wel meevalt. Volgens haar zou het landelijke gemiddelde van 2 kinderen per gezin in ons katholieke dorp niet meer opgaan en zien we steeds meer kinderscharen van 3, 4, ja zelfs wel 5 kinderen. Toen ze dat zonder blikken of blozen verkondigde deed ze me ineens denken aan een moderne 21-eeuwse vrouwelijke pastoor (pastorin, pastorette, pastores Kes) die, net als pastoor van der Weijden uit een ver verdrongen verleden, voor de goede zaak bereid is om langs de deuren te gaan en de ouders vriendelijk doch dringend te verzoeken het gemiddelde in onze gemeente een beetje op te krikken en zo mee te werken aan de bouwwerkgelegenheid in ons dorp. En toen, blijkbaar zich bewust geworden van deze geen hout snijdende opmerking, moest ze schoorvoetend toegeven dat voor de huizenverkoop in de Lange Weeren rekening gehouden moest worden met een deel instroom van buiten. Waarvan akte, dan weten we maar waar we over praten, nietwaar?

Gudy, het Groentje van GroenLinks