Na het Speeltheater heeft onze gemeente nu ook de Speeltoren verkocht. Aan een particulier, niet aan Oud Edam, hoewel die vereniging nadrukkelijk haar belangstelling had uitgesproken naar wethouder Kes. Oud Edam wilde het graag gebruiken voor publieke functies, omdat de Speeltoren toch een beetje ‘de ziel’ van (oud) Edam is. Heel veel inwoners van deze gemeente – en niet alleen Edammers – waren het daar mee eens en hadden daarvoor gepleit. Maar tevergeefs: de wethouder verwees Oud Edam botweg naar de makelaar, die liet weten dat er overeenstemming is met een (andere) koper. Wie, dat is niet bekendgemaakt, zelfs niet aan de raadsleden. Waar die geheimzinnigheid voor dient is niet duidelijk, maar dat zal nog wel blijken…
Voor alle duidelijkheid: het gaat niet om de speeltoren zelf – die mag gelukkig wettelijk niet worden verkocht – maar om het bijgebouw dat aan de toren vastzit als een soort ‘steunbeer’. In 1972 in allerijl gerestaureerd en versterkt om de toren, die toen dreigde om te vallen, overeind te houden. Oud Edam zag mogelijkheden om het gebouwtje te gebruiken als verenigingshuis, zodat daar allerlei activiteiten georganiseerd zouden kunnen worden voor het publiek. Activiteiten die te maken hebben met oud Edam, met de vele monumentale gebouwen in het beschermde stadsgezicht, aangrenzende activiteiten als tentoonstellingen en voorstellingen en wat je allemaal nog meer aan culturele invullingen kunt bedenken.
Met zo’n culturele, publieke invulling zou de Speeltoren, de ziel van Edam, voor de gemeenschap behouden kunnen blijven. Inclusief de tuin, waar in 2007 de contouren van de vroegere, in 1883 gesloopte Onze Lieve Vrouwenkapel zichtbaar waren gemaakt – nota bene op initiatief en onder regie van Oud Edam. Gevreesd moet worden dat straks ook die tuin, net als het bijgebouw van de Speeltoren, als particulier bezit niet langer toegankelijk zal zijn voor het publiek.
Oud Edam had gepleit voor een lagere prijs: liefst een symbolische prijs van 1 euro, omdat de Speeltoren op die manier toch publiek bezit zou kunnen blijven. Maar ook een hogere prijs, of huur, was voor Oud Edam bespreekbaar: de leden hadden het bestuur gemachtigd om daarover te onderhandelen. Tot zover heeft het echter niet mogen komen. Het zou de gemeente nauwelijks iets kosten om het gebouw in gebruik te geven aan Oud Edam – het gebouw houdt immers zijn waarde – terwijl de gemeenschap er een prachtige, publieke, culturele invulling aan over had kunnen houden. Maar nee, die opbrengst van nog geen twee ton kan blijkbaar niet gemist worden. Terwijl het college met het grootste gemak bakken met geld verspilt aan andere zaken:
- drie miljoen euro reserveren voor een weg onderlangs het Noordeinde: een weg die niemand wil, die maar een paar ondernemers ten goede komt, op kosten van de gemeenschap,
- het Tase-gebouw aankopen voor een half miljoen meer dan de taxatiewaarde: cadeautje aan de ontwikkelaars, die er op deze manier toch nog flink aan verdiend hebben,
- de uitstekend bruikbare HHNK-panden Schepenmakersdijk verkopen met een miljoen verlies,
- het slooprijpe gebouw Mgr.Veermanlaan eerst voor tonnen oplappen en daarna alsnog besluiten het gebouw af te stoten,
- en ga zo maar door.
Het college, en in het bijzonder deze wethouder, heeft hiermee niet alleen Oud Edam geschoffeerd, en ook niet alleen alle Edammers, maar alle inwoners van deze gemeente met enig gevoel voor cultureel-historisch erfgoed.
Herman Sier, GroenLinks Edam-Volendam.