Een klucht in (te)veel bedrijven
Geloof me mensen: normaal gesproken ben ik in het geheel geen klagerig of bozig type. Integendeel, vrienden en familie noemen me goedlachs, een gezellig en positief ingesteld vrouwmens. Je moet het wel heel erg bont maken of met opzet op mijn allergieën gaan werken wil je mij echt boos of ongelukkig krijgen. Maar de laatste maand dreig ik gaandeweg af te glijden in een dip, in een gemoedstoestand waarin een heel scala van emoties zich afwisselen van hoop naar desillusie, van opgewonden verwachting tot zwartgallige radeloosheid en van naïef vertrouwen in tobberig doemdenken

 

Wanneer ik hiervoor een sombere bui bij mezelf voelde opkomen, trok ik direct fluks mijn wandelschoenen aan voor een rondje Gouwtje-Edam-Volendammer Dijk en dan waaiden alle grote en kleine zorgen als vanzelf uit mijn warrige hoofd. Alleen al de aanblik van het IJsselmeer, de steeds veranderende wolkenlucht en de verschillende kleuren van het water brachten als vanzelf het beste in me naar boven.

Maar helaas, dat simpele genoegen is mij sinds 2 april voorgoed ontnomen. Wanneer ik nu de flauwe bocht insla langs het Recycle Imperium van een voormalig voddenboer op de Zeedijk drijven de benzinedampen van stationair draaiende motoren me al tegemoet. Voor me ontwaar ik een lange rij van bussen en auto’s die een half uur staan te wachten totdat een groen licht en een in de grond verdwijnend paaltje aangeven dat ze door mogen rijden, de Dijk op naar een parkeerplaats eventjes verderop. Sommige chauffeurs willen niet zolang wachten en manoeuvreren hun lege bussen ongeduldig achteruit, in de chaos bijkans botsend op de personenauto’s, fietsers en wandelaars (ach, welke gek gaat daar ook lopend zijn leven wagen?). U begrijpt het vast al, voor mij geen gemijmer meer bij schone vergezichten of een moment van vertedering en nostalgie bij de lammetjes van boer Kees. Nee, in plaats daarvan wordt mijn blikveld ingenomen door motorvoertuigen en word ik afgeleid door nerveus op en neer gaande paaltjes, knipperende stoplichten en door een continu bewegen van heen en weer schuddende hoofden van verbijsterde voorbijgangers die stil blijven staan en met elkaar luidkeels hun ongeloof delen over de waanzin van hetgeen zich beneden hen afspeelt. Het lijkt wel een klucht voor boeren, burgers en buitenlui, een spel waarmee het volk zich zou kunnen vermaken ware het niet dat deze farce inmiddels veel meer op een tragikomedie begint te lijken.

In de afgelopen veertig (!) jaar zijn diverse belanghebbenden bezig met het opvoeren van een toneelstuk in vele, vele bedrijven. Daarbij proberen ze elkaar met allerlei kunst- en vliegwerk, goocheltrucs en via ingewikkeld rollenspel een geloofwaardig verhaaltje op de mouw te spelden. Maar sorry hoor, neem me niet kwalijk: deze toeschouwer raakt zo langzamerhand behoorlijk verveeld en vindt dit theater helemaal flut. Een schertsvertoning met verlepte violen in betonnen bakken (ammehoela Toscaanse boulevard..). Met miljoenen aan gemeenschapsgeld voor palen die niet werken en voor verkeersmannetjes die alleen het belang van de ondernemers lijken te dienen. Met een halfslachtig, onwaarachtig verkeersplan zonder visie of durf en zonder intentie om de Dijk ooit auto- en busvrij te krijgen. Van mij geen open doekje of bis-geroep maar een snerpend fluitconcert, BOEH!!

Gudy, het Groentje van GroenLinks