Een paar weken geleden diende GroenLinks een aantal vragen in met betrekking tot de voornemens van de gemeente omtrent de huisvesting van statushouders.
Inmiddels zijn deze vragen beantwoord. De antwoorden (met de bijbehorende vraag) zijn hieronder te lezen. 

U constateert een schaarste op de sociale huurwoningmarkt in onze gemeente. U wilt de druk die er
bestaat op de opvang en integratie van statushouders benutten als hefboom om dit knelpunt aan te
pakken. U gaat op zoek naar oplossingen die ook ten goede kunnen komen aan de andere inwoners
van de gemeente (blz. 4 punt 2).

Vraag 1:
Welke signalen vanuit de bevolking kent u waaruit blijkt dat er in de gemeente Edam-Volendam druk
bestaat op de opvang en integratie van statushouders?

Antwoord:
Het zijn geen (directe) signalen ontvangen waaruit blijkt dat de opvang en integratie van statushouders onder de bevolking leeft.

Vraag 2:
Uit de natuurkunde is bekend dat een hefboom met betrekkelijk weinig krachtsinspanning aan de ene
kant een grote kracht kan opwekken aan de andere kant. Hoe denkt u bij de opvang en huisvesting
van statushouders een hefboom in te zetten (dus relatief weinig moeite of inspanning) om het tekort
aan woningen op de sociale huurmarkt op te lossen zodat ook de eigen bevolking hiervan kan
profiteren? Concreet: uit welke middelen bestaat die hefboom?

Antwoord:
Concreet zijn er afspraken gemaakt met corporaties om het toewijzingspercentage tijdelijk te verhogen om alle urgenten, waaronder de statushouders adequaat aan een woning te kunnen helpen. De extra druk die ten gevolge van de statushouders ontstaat komt bij de reeds bestaande druk op de sociale woningmarkt (t.g.v. nieuwe regelgeving en opgebouwde achterstand) zal moeten worden opgelost via de prestatieafspraken die met de corporaties worden gemaakt over de woonruimteverdeling/toewijzing en de woningbouwprogrammering.

Vraag 3:
Even verderop kunnen we lezen dat uw uitgangspunt is om de taakstelling te realiseren binnen de
bestaande voorraad en nieuwbouwprojecten. Waar is de hefboom gebleven?

Antwoord:
In het plan van aanpak wordt de nadruk gelegd op een kwalitatief duurzame huisvestingsoplossing. In 
de uitwerking van het plan van aanpak wordt gekeken naar een mix van huisvestingsoplossingen. Deze zullen aanvullend zijn op de huisvesting in de reguliere sociale huurwoningvoorraad. Een goede balans van de beschikbaarheid van sociale huurwoningen voor alle reguliere woningzoekenden is het uitgangspunt. De realisatie van de doelstelling vereist inzet, afstemming en samenwerking op vele gebieden en tussen een aantal partijen. Daarbij zijn vijf uitganspunten geformuleerd, waarvan ‘Gelijk speelveld (hefboom)’ één van de vijf is. De hefboom is pas indirect aan de orde, via het traject zoals onder vraag 2 is aangegeven.

Vraag 4:
Is er geen sprake van verdringen van woningzoekenden onder de eigen inwoners op de sociale
huurmarkt als zij binnen de bestaande voorraad het beschikbare aantal woningen moeten delen met
een aanzienlijke groep statushouders die aangewezen zijn op dezelfde woningen?

Antwoord:
Er kan mogelijk sprake van (tijdelijke) verdringing voor de regulieren woningzoekenden, omdat het percentage woonurgenten dat geplaatst wordt, tijdelijk wordt verhoogd. Dit betekend dat reguliere woningzoekenden langer op een vrijkomende woning moeten wachten. Om verdringing op de woningmarkt te voorkomen is voorgenomen op middellange termijn extra capaciteit te creëren, door realisatie van extra sociale huurwoningen. Zie hierboven Op bladzijde 3 spreekt u over het doel van het participatieverklaringstraject i.e. kennismaken met de Nederlandse kernwaarden. Op de site van de VNG kunnen we lezen: Gemeenten moeten uiterlijk 1 september 2016 bij het COA een plan van aanpak indienen voor de uitvoering van het participatieverklaringstraject voor nieuwkomers. Alleen dan komen gemeenten in aanmerking voor het extra budget maatschappelijke begeleiding van €1370 per statushouder (bovenop standaard budget van €1000 per statushouder)

Vraag 5:
Heeft onze gemeente deze subsidieaanvraag op tijd ingediend?

Antwoord:
Ja, de gemeente heeft conform de regelgeving gehandeld en een plan van aanpak ingediend bij het COA. In het kader van het participatieverklaringstraject worden door de stichting Vluchtelingenwerk vier workshops georganiseerd voor nieuwe statushouders. De data hiervoor zijn: 24 november, 1 december, 8 december e n 15 december. Dit traject zal worden afgesloten met het ondertekenen van de participatieverklaring. De extra gelden zullen per statushouder worden aangevraagd bij het COA. Op blz. 5 lezen we dat u de statushouders wilt spreiden over de verschillende kernen. Zo wordt het draagvlak onder de bevolking niet onnodig onder druk gezet. Bij het vergroten van de tijdelijke toewijzing van statushouders/woonurgenten tot 35% zullen regulier woningzoekenden wellicht langer op een passende woning moeten wachten.

Vraag 6:
Draagvlak is belangrijk (dit stelt u ook al op blz. 4). In bovenstaande passage onderkent u het
probleem van verdringing van reguliere woningzoekenden door het verhoogde percentage. Wordt het
zo niet moeilijker om draagvlak te creëren?

Antwoord:
Het voldoen aan de wettelijke taakstelling (huisvesting statushouders) roept soms de vragen op onder de bevolking, met name bij actieve woningzoekenden. De betrokken instanties in het veld (bijv. woningbouwcorporaties, Vluchtelingenwerk) proberen op een transparante manier de benodigde informatie te verschaffen, zodat burgers zich beter bewust worden van de problematiek en de gang van zaken. In dit kader komen wij binnenkort met een aantal concrete acties in samenwerking met het Vluchtelingwerk en beide corporaties om het draagvlak onder/binnen de inwoners te vergroten. Het uitvoeren van onze wettelijke taak (de wettelijke verplichting om statushouders , het huisvesten van Woonurgenten/statushouders brengt met zich onvermijdelijk consequenties mee. Op blz. 6 komt de hefboom enigszins in beeld: u wilt extra sociale huurwoningen gebouwd zien worden. De procedures moeten sneller, etc.

Vraag 7:
Wij begrijpen dat bij dit voornemen niet direct concrete aantallen van woningen en datum van
oplevering te geven zijn. Kunt u toch iets concreter zijn dan in uw plan van aanpak en enkele
voorbeelden noemen van echt nieuwe plannen anders dan die al genoemd worden in de overzichten?

Antwoord:
Op basis van de gemaakte afspraken met de lokale corporaties worden in 2017 nieuwbouw plannen gerealiseerd van in totaal 72 woningen waarvan 22 daarvan bestemd zijn is voor woonurgenten. In 2019 worden in totaal 16 woningen gerealiseerd waarvan 4 daarvan bestemd zijn voor woonurgenten.

In bijlage 1 produceert u tabellen met aantallen woningen, woonurgenten en statushouders. U geeft
ook schattingen van deze aantallen tot en met 2021. Samengevat in één tabel ziet dat er als volgt uit:

Toewijzingspercentage urgentie 35% in 2017 30% in 2018 25% in 2019 25% in 2020 25% in 2021 Aantal statushouders/woonurgenten dat gehuisvest kan worden 138 60 63 51 66 Geschatte taakstelling statushouders 80 70 60 50 50

Vraag 8:
We zien dat in de jaren 2018 t/m 2021 de taakstelling voor statushouders min of meer gelijk is aan het
aantal beschikbare woningen voor woonurgenten. Hoe wordt het tekort verdeeld?

Antwoord:
Er is geen tekort, gelet op het hanteren van de ervaringsnorm van 3,0 personen per gezin. Het aantal statushouders, taakstelling dient in deze relatie gezien worden. Binnen de categorie woonurgenten is conform de gemaakte afspraken met corporaties voldoende ruimte voor huisvesting statushouder. Bovendien zijn de taakstellingen van 2017 t/m 2021 zijn gebaseerd op een schatting. De exacte cijfers zijn momenteel niet voorspelbaar en zullen ook afhankelijk zijn van de (internationale) politieke ontwikkelingen. Wel is het zo dat er voor de taakstelling voor het eerste half jaar van 2017 nu een aantal van 27 statushouders zijn toegewezen voor de opvang door Edam-Volendam, terwijl voor het eerste half jaar van 2016 een aantal van 45 statushouders als taakstelling zijn opgegeven. Dit houdt dan in dat de geschatte taakstelling statushouders voor 2017 waarschijnlijk lager wordt als in de bijlage 1 is aangegeven.

Vraag 9:
Op grond van deze cijfers krijgen ofwel de urgente woningzoekenden onder de eigen bevolking geen
woning ofwel de taakstelling wordt niet gehaald. Hoe denkt u dit probleem op te lossen?

Antwoord:
Zie het antwoord op vraag 8. Het huisvesten van het toenemende aantal statushouders vraagt om een nieuw inzicht en maakt een andere aanpak noodzakelijk. Zo lezen wij in het plan van aanpak. Een tijdelijke verhoging van de percentages en een verzoek aan het COA om vooral grote gezinnen (want minder woningen nodig) naar Edam-Volendam te sturen en ziedaar de statushouder is gehuisvest. Probleem opgelost. Ook de beloofde omslag naar meer sociale huurwoningen is (nog) niet in beeld gekomen. Het plan van aanpak schiet te kort, het biedt niet wat het belooft.

Vraag 10:
Wat vindt u van deze stelling? Wat belooft dit plan van aanpak nu concreet te gaan doen aan een
oplossing voor zowel voldoen aan de taakstelling voor de komende jaren als het verhogen van aantal
sociale huurwoningen voor alle urgente woningzoekenden waaronder statushouders?

Antwoord:
De opvang en integratie in onze gemeente vindt plaats door samenwerking met diverse organisaties en vrijwilligers. In het plan van aanpak wordt het huisvesten van statushouders voor de komende jaren vanuit een 5-tal invalshoeken benaderd. Bovendien wordt er bij de bouwplannen die onlangs door het college zijn vastgesteld rekening mee gehouden met de realisatie van woningen ten behoeve van woonurgenten/statushouders. In de bijlage kunt u in een krantenartikel lezen hoe de gemeente Leiden het probleem van te weinig sociale huurwoningen om aan de taakstelling te voldoen heeft opgelost. Vanwege de lage huur zullen deze woningen voor jongeren ook aantrekkelijk zijn.

Vraag 11:
Wat vindt u van deze oplossing? Ziet u in onze gemeente mogelijkheden deze duurzame en creatieve
oplossing in te zetten in het plan van aanpak realisatie huisvesting statushouders?

Antwoord:
Deze optie/oplossing, het realiseren van semi permante woningen is door het college verkend. Omdat evenwel de problematiek binnen de bestaande (sociale) woningvoorraad en nieuwe bouwprojecten kan worden opgelost is daar niet voor gekozen, mede vanuit de maatschappelijke, planologische en financiële overwegingen. Indien daar aanleiding voor is, kan in de toekomst een andere keuze worden gemaakt.

Vraag 12 :
In de wandelgangen heeft GroenLinks vernomen dat de realisatie van 33 sociale huurwoningen in de
bouwplannen in Broeckgouw 1E (die ook opgenomen zijn in totaalaanbod beschikbare woningen voor
huisvesting statushouders) niet door zou gaan wegens ontbrekend draagvlak bij buurtbewoners. Wat
is er waar van dit ‘gerucht’?

Antwoord:
Op basis van geruchten maakt ons college geen beleid en wordt daar ook geen rekening mee gehouden. Deze 33 woningen komen voor een groot gedeelte ten behoeve van de reguliere woningzoekenden en ook ten behoeve van woonurgenten/statushouders. Overigens start de bouw van het genoemde woningbouwproject in Broeckgouw fase 1E in januari/februari 2017.