Volgens de gemeente zijn alle benodigde vergunningen binnen voor de afrit van Noordeinde naar Kleipark bij Wullempie, en staat niets de aanleg meer in de weg. Dat berust echter op een vergissing, en dat is maar goed ook. De dijk, dus ook het Noordeinde, is immers van ons allemaal. Een dijk die autovrij is en waar iedereen veilig kan wandelen, fietsen en genieten van het uitzicht. Op die dijk is het vaak zo druk, daar horen geen bussen bij. Één ding is duidelijk: áls zo’n afrit er eenmaal ligt, komen we er nóóit meer van af. Niet van die afrit en niet van de bussen. Dan is het Noordeinde én het Kleipark voorgoed verpest.

Dat het nog niet zover is – en hopelijk ook nooit komt – zit hem in de volgende twee feiten:

 

·         Ten eerste heeft de provincie (Gedeputeerde Staten) de benodigde "Verklaring van Geen Bezwaar" onrechtmatig afgegeven. Daarvoor was namelijk een rechtsgeldige monumenten­vergunning nodig. Die monumentenvergunning is weliswaar door de provincie verleend, maar die is pas rechtsgeldig als er geen bezwaren worden ingediend (tot zes weken na verlening) ófwel als ingediende bezwaren rechtsgeldig zijn behandeld en afgewezen. Aangezien de Vereniging Behoud Noordeinde een bezwaarschrift heeft ingediend, en dat bezwaar nog niet is behandeld, heeft dus de monumentenvergunning nog geen rechtskracht. Dus had de Verklaring van Geen Bezwaar niet afgegeven mogen worden, en had de gemeente dus ook het daarna benodigde Vrijstellingsbesluit niet mogen nemen. Het is niet duidelijk of deze fout al bij gemeente en provincie is doorgedrongen, maar zo niet, dan zal de rechter ze daar zeker op wijzen.

·         Ten tweede is ook het door de gemeente genomen Vrijstellingsbesluit zelf nog voor beroep vatbaar. Iedereen die eerder een bezwaar (“zienswijze”) heeft ingediend tegen de voorgenomen afrit, kan hiertegen in beroep gaan. Een beroep heeft op zich geen schorsende werking. Dat betekent dat tijdens de behandeling van zo’n beroepsschrift de gemeente gewoon door mag gaan met de aanleg van de afrit. Tenzij de bezwaarden bij de rechter een zogenaamde Voorlopige Voorziening aanvragen. Als de rechter die toekent, moet de gemeente in ieder geval wachten tot alle beroepen rechtsgeldig behandeld en afgewezen zijn. Omdat de aanleg van zo’n afrit – terwijl de bezwaren nog niet behandeld zijn – nogal onomkeerbaar is, is de kans groot dat de rechter zo’n Voorlopige Voorziening inderdaad toekent.

 

Zoals bekend heeft GroenLinks tegen deze afrit gestemd – helaas als enige partij in de gemeente­raad. Onze rol als politieke partij in deze kwestie is daarmee uitgespeeld. Gelukkig hebben in onze democratische rechtsstaat ook de belanghebbende burgers nog mogelijkheden om zich tegen onverstandige politieke besluiten te verzetten. GroenLinks wenst ze daarbij veel succes.

 

Wij hopen dat iedereen die eerder een bezwaar (“zienswijze”) tegen de afrit heeft ingediend, dus iedereen die vorige week van de gemeente een brief heeft gekregen over het Vrijstellingsbesluit, daartegen in beroep zal gaan door het indienen van een beroepschrift bij de gemeente vóór 31 juli (de einddatum van de beroepstermijn). Ook moet een verzoek om een voorlopige voorziening worden ingediend bij de Arrondissementsrechtbank in Haarlem om te voorkomen dat de gemeente al aan de slag kan gaan (zie het adres in de brief). GroenLinks en de Vereniging Behoud Noordeinde kunnen u eventueel helpen bij het opstellen van een tekst.

 

Herman Sier

GroenLinks Edam-Volendam